Fosfortekort (P) bij een koe treedt vaak op rond het afkalven en treedt vaak gelijktijdig op met melkziekte. Bij melkziekte heeft de koe een tekort aan calcium. De koe krijgt verschijnselen zoals sloomheid, lage temperatuur, kouder oren, slingeren, een verminderde of geen eetlust en onvoldoende melkproductie. Een koe met een fosfortekort lijkt op een koe met melkziekte, alleen een koe met melkziekte zal reageren op een calciuminfuus en een koe met fosfortekort niet.
De droogstand is bij een droge koe een belangrijke periode. Het droogzetten van de koe mag niet onderschat worden. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 80% van de problemen tijdens de lactatie voortkomen uit de droogstand. Het is daarom van groot belang om veel aandacht te besteden aan de droge koe.