Uierontsteking is één van de meest schadelijke en meest voorkomende ziekten bij melkvee. Een gemiddeld geval van klinische mastitis kost zo’n 200 à 300 euro per dier en het is één van de drie belangrijkste afvoerredenen. Dit maakt uiergezondheid een actueel onderwerp in de veehouderij. Maar wat is mastitis nou precies? In dit eerste artikel van de artikelenreeks “Uiergezondheid’’ zoomen we in op de oorzaken en symptomen van mastitis.
Wat is mastitis?
Mastitis is een infectieziekte die een ontsteking van het uierweefsel van de koe veroorzaakt. Het komt voor in verschillende gradaties. Dit loopt uiteen van mild zonder duidelijke symptomen, maar met melk met een verhoogd celgetal, tot een ziektebeeld waarbij sprake is van een hoger celgetal en afwijkingen in de melkkwaliteit. Vaak gaat mastitis gepaard met een opgezwollen, rood uier en zichtbare pijn. Mastitis kan zich ontwikkelen tot een ernstige ziekte met een zeer negatieve invloed op de gezondheid van de koe, met symptomen als koorts, stress, verminderde eetlust en in het ergste geval overlijden.
Onderscheid tussen klinische en subklinische mastitis bij koeien
We kunnen mastitis onderverdelen in twee soorten: klinische en subklinische mastitis. Als er sprake is van klinische mastitis zie je zichtbare afwijkingen in de melk, bijvoorbeeld verandering in kleur en structuur. Ook is er vaak sprake van veranderingen aan de uier van de koe (zwelling, roodheid, warmte). Het herkennen van subklinische mastitis bij een koe is een stuk lastiger. Dit is eigenlijk alleen te herkennen aan het verhoogde celgetal in de melk. Hoe hoger het celgetal in de tank is, des te meer gevallen van mastitis in de koppel. Subklinische mastitis kost vooral veel melk en deze schade kan hoog oplopen.
Koegebonden of omgevingsgebonden?
Om uierontsteking op de juiste manier aan te pakken is het noodzakelijk te bekijken welke bacteriën (koegebonden of omgevingsgebonden) verantwoordelijk zijn voor de ontsteking. Om dit te achterhalen kan een melkmonster worden genomen die door de veearts wordt onderzocht. Hieronder een overzicht van de verschillende bacteriën en hun karakter.
Koegebonden bacterien hebben als bron de spenen van de uier en verspreiden zich veelal tijdens het melken. Dit gebeurt via tepelvoeringen, uierdoeken en/of melkershandschoenen. Koegebonden bacterien zijn subklinisch en zorgen voor chronische infecties.
Omgevingsgebonden bacterien hebben als bron vooral de mest, de ligboxen en het drinkwater. Deze verspreiden zich door het niet hygiënisch werken waardoor de spenen vies worden en de bacteriën via het slotgat naar binnen sluipen. Omgevingsgebonden bacterien zorgen voor klinische mastitis en zijn over het algemeen relatief snel verwijderd uit het uier.
Naam bacterie | Koegebonden of omgevingsgebonden |
Escherichia coli | Omgevingsgebonden |
Klebsiella Spp | Omgevingsgebonden |
Streptococcus uberis | Omgevingsgebonden / koegebonden |
Streptcoccus dysgalactiae | Omgevingsgebonden |
Enterobacteriaceae | Omgevingsgebonden |
Staphylococcus aureus | Koegebonden |
Coagulase negatieve Staphylococcus | Koegebonden |
Streptococcus agalactiae | Koegebonden |
Mycoplasma | Koegebonden |
Preventief handelen tegen mastitis:
- Voorkomen is beter dan genezen, zo ook met mastitis. Zoals bekend zijn er verschillende factoren die een rol spelen in het beperken/ voorkomen van uierontsteking:
- Voor- en nabehandeling (gebruik van juiste middelen)
- Reiniging en hygiëne tijdens het melken
- Stalhygiëne (ligboxstrooisel, schone vloer)
- Weerstand (waaronder mineralenvoorziening)
In het volgende artikel van deze reeks gaan we dieper in op een goede voor- en nabehandeling in combinatie met de juiste speenmiddelen.