
Een goed werkende afrastering is essentieel voor een veilig en succesvol weideseizoen. Door uw afrastering vóór het weideseizoen grondig te controleren, voorkomt u problemen en onverwachte reparaties op het moment dat uw dieren weer naar buiten gaan.
Controleer het schrikdraadapparaat en de aarding
Controleer uw schrikdraadapparaat; naast dat er stroom op moet staan, moet er ook gemeten worden hoeveel spanning er uit het apparaat komt. Door de spanningskabel en de aardingskabel van het apparaat te halen, kunt u met de tester eenvoudig het voltage rechtstreeks op het apparaat meten. Wijkt dit meer dan 25% af dan staat aangegeven? Dan heeft het schrikdraadapparaat te weinig capaciteit om goed te functioneren. Controleer altijd hoeveel stroom het schrikdraadapparaat hoort te geven, check hiervoor de verpakking, kijk op de website waar u hem heeft gekocht of vraag dit na bij een specialist. Twijfelt u over uw tester of iets anders? Kom dan langs in onze winkel en laat uw apparaat nameten.
Ook de aarding is een belangrijk aandachtspunt. Een slechte aarding is een van de meest voorkomende oorzaken van stroomverlies. Controleer of de aardpennen nog goed in de grond zitten en of de aansluitingen niet aangetast zijn door roest of dat de draden zijn losgeraakt. Heeft u een accu- of batterijgevoed apparaat? Controleer dan ook of de batterij of accu nog voldoende vermogen heeft en vervang deze indien nodig.
Loop de afrastering na op beschadigingen
In de herfst en winter kunnen weersomstandigheden, wilde dieren of zelfs uw eigen vee schade aan de afrastering veroorzaken. Loop daarom de gehele afrastering na op kapotte of loszittende onderdelen. Controleer de palen op scheuren of instabiliteit en vervang beschadigde exemplaren.
Daarnaast is het belangrijk om de draden goed te inspecteren. Hangende of gebroken draden verminderen de effectiviteit van uw afrastering. Zorg ervoor dat ze strakgespannen zijn en controleer de isolatoren op beschadigingen. Vervang versleten draden, isolatoren en poortgrepen tijdig, zodat uw afrastering het hele seizoen functioneert.


Let op begroeiing rondom de afrastering


Een veelvoorkomend probleem bij elektrische afrasteringen is begroeiing. Gras, takken en struiken die tegen het schrikdraad groeien, kunnen de spanning verminderen of zelfs helemaal wegnemen. Dit maakt de afrastering minder effectief en vergroot de kans dat dieren uitbreken.
Loop daarom regelmatig de afrastering na en verwijder begroeiing die het draad raakt. Maai het gras onder uw afrastering weg om de onderkant van de afrastering vrij te houden. Zo blijft de stroomsterkte optimaal en functioneert uw afrastering zoals het hoort.
Controleer de spanning op de draad
Om er zeker van te zijn dat uw afrastering goed functioneert, is het verstandig om regelmatig de spanning op de draad te meten. Dit kan eenvoudig met een afrasteringstester. Een te lage spanning betekent dat de afrastering onvoldoende afschrikt, waardoor dieren eerder geneigd zijn om uit te breken.
Wanneer u een te lage spanning meet, controleer dan eerst of er sprake is van lekkage door begroeiing of kapotte isolatoren. Ook slechte verbindingen tussen draden kunnen voor spanningsverlies zorgen. Ga systematisch te werk en herstel de zwakke plekken, zodat uw afrastering weer optimaal functioneert.


Bekijk ook onze BoerENverstand video welke gaat over de voorbereiding van het weideseizoen.
Voorkom problemen en ga goed voorbereid het weideseizoen in
Een afrastering die niet goed werkt, kan zorgen voor ontsnapte dieren en ongewenste situaties. Door uw afrastering tijdig te controleren en te onderhouden, voorkomt u problemen en weet u zeker dat uw dieren veilig buiten zijn.